Ze maakte zich zorgen over hoe haar gegevens worden opgeslagen, dus besloot Ank Jansen geen gebruik meer te maken van WhatsApp. Ze gebruikt nu privacy-vriendelijkere apps en hoopt dat anderen daarin meegaan.
Een paar maanden geleden kreeg docent communicatie Ank Jansen een bericht in de groepsapp van haar flat. Daarin sturen bewoners mededelingen naar elkaar over rotzooi in de wijk, spullen die ze van elkaar over willen nemen of bijvoorbeeld een vieze lift. In dat bericht vroeg een medebewoner of het voor iedereen mogelijk was om over te stappen naar de app Signal, omdat hij het niet eens was met de privacyvoorwaarden van WhatsApp.
“Ik raakte daarover met hem in gesprek. Want ik wilde dat eigenlijk ook wel, maar het leek mij heel ingewikkeld om uit Whatsapp te stappen”, zegt Jansen. Hij liet zien dat dit helemaal niet zo hoefde te zijn. Vooral zijn aanpak sprak Jansen aan. “Hij zei niet dat iedereen van WhatsApp moest, maar hij vroeg of we voor hem wilden overstappen. Heb je dat voor me over? Dat sprak mij aan. Vervolgens ben ik dat zelf ook gaan doen.”
De reden dat Jansen geen WhatsApp meer wil gebruiken, is dat ze zich stoort aan de macht van Facebook. Dat bedrijf is de eigenaar van de berichtendienst. “Ze weten zoveel van je en verdienen daar bakken met geld mee. Ze kunnen in potentie veel meer doen met alle gegevens die ze over je verzamelen. Ik vind het een angstaanjagend idee dat ze weten wie mijn vrienden zijn en welke interesses ik heb. Daarmee kunnen ze persoonlijkheden in kaart brengen en zwakke plekken ontdekken. Positieve en negatieve emoties trekken aan en daar spelen ze al met die advertenties op in. Ik krijg er een ongemakkelijk en onveilig gevoel van dat ze daar geld aan verdienen. En wie weet verkopen ze die info later wel aan een verzekeraar of bank.”
Mist Jansen veel nu ze niet meer op WhatsApp zit? “Dat valt wel mee. Voor mij waren de groepen het meest belangrijk, die waar mijn vrienden en familie in zitten. Zij wilden allemaal voor mij wel overstappen naar Signal of gewoon sms, dat leverde geen gedoe op. Ik merk wel dat ik minder vaak foto’s van de kinderen van mijn vrienden opgestuurd krijg. Er zijn wel alternatieven, je kunt ook mailen en sms’en, maar dat ligt voor veel mensen toch minder voor de hand. Dat is jammer, maar als je echt iets wil veranderen dan moet je deze stap wel nemen. Dus ik heb er nog geen moment spijt van gehad.”