Ik loop precies 42.195 kilometers en de hele weg word ik aangemoedigd. Het is doorzetten. Na de finish krijg ik een medaille, en ben ik moe maar voldaan. Het lopen van een marathon heeft evenveel overeenkomsten als tegenstellingen met promoveren.
Ik doe het gewoon
Ik was best goed in wat ik deed: mijn studie ging me gemakkelijk af. Ik wilde niets liever dan nog langer in het lab doorbrengen. Natuurlijk wist ik best dat vier jaar lang is, dat het niet altijd makkelijk zal zijn, maar dat had ik ervoor over. Zo is het ook met de marathon. Ik loop altijd lekker, zocht een nieuwe uitdaging. Natuurlijk weet ik dat vier uur rennen heel erg ver is en dat het een beetje pijn zal doen, maar dat heb ik ervoor over.
Na de start
Ik ben een half jaar bezig en de eerste resultaten komen binnen. Mooi: snel een paper schrijven. Het gaat goed, ik ben bezig met datgene wat ik het allerleukste vind! Die vier jaar: dat komt wel goed. Zo is het ook met de marathon. De eerste kilometers zijn heerlijk. Ze gaan sneller dan ik dacht en ik loop hartstikke lekker. Die 42 kilometer: dat komt wel goed!
Nog niet op de helft
Dit is wat ze bedoelen met de PhD-dip. Daar moet iedereen blijkbaar doorheen. Na de eerste resultaten gaat niet alles in een keer goed. De opstelling moet aangepast worden, levertijden vallen tegen en er gaat wat kapot. Vier jaar lijkt ineens best heel lang. Zo is het ook met de marathon. Na 17 kilometer beginnen de eerste pijntjes. Het is niet zo makkelijk om genoeg te drinken en toch door te lopen. Tweeënveertig kilometer lijkt ineens best heel ver.
Over de helft
Nieuwe resultaten! Het was doorzetten maar het is gelukt. Samen met een ervaren postdoc, een nieuwe promovendus en een goede masterstudent hebben we een groot project voor elkaar gekregen. Dit presenteren aan anderen op conferenties levert veel voldoening op. Zo kan ik vast wel promoveren. Zo is het ook met de marathon. Na 27 kilometer is het einde al in zicht. Dankzij mijn naam op mijn startnummer word ik door iedereen toegejuicht. Ook mijn ‘eigen’ publiek staat langs de lijn. De pijntjes vallen best mee. Zo kan ik de finish vast bereiken.
Bijna…
De laatste loodjes zijn best zwaar. Nu moet ik laten zien dat ik écht een zelfstandige wetenschapper ben. Dat ik mijn eigen project van begin tot eind kan organiseren. Er moet nog een hoop gebeuren, zo bouw ik aan een nieuw lab, maar de tijd tikt weg. Gaat het me allemaal wel lukken? Zo is het ook bij de marathon. Na 37 kilometer is het moeilijk om de snelheid vast te houden. Het is niet zo ver meer, maar ik moet wel blijven rennen. Ga ik het wel halen?
De finish!
Het einde van mijn PhD heb ik nog niet bereikt, maar ik heb natuurlijk mooie dromen over de dag dat ik mijn verdediging heb gehaald. Dat laatste uur waarin de commissie mij vragen stelt wordt niet gemakkelijk, maar het is het waard. Zo is het ook bij de marathon. De laatste 500 meter zijn zwaar, maar euforisch. Ik heb het gehaald!
Toch anders
Stiekem denk ik dat een marathon een heel stuk makkelijker is dan promoveren: je loopt gewoon achter je voorgangers aan en onderweg word je de hele tijd toegejuicht. Dat is nog eens wat anders dan in een donkere kelder je eigen pad uitstippelen. De eerste keer dat ik de marathon liep, deed ik het tegen mijn PhD dip. Zoals je ziet moet je voor allebei kunnen doorzetten, is het vaak leuk maar ook soms moeilijk, maar uiteindelijk is het dat allemaal waard!