Genbewerkingstechniek CRISPR-Cas maakt het mogelijk om het DNA van embryo’s aan te passen. Dit brengt veel ethische, filosofische en religieuze vragen met zich mee. Hoe kijkt de islam hier tegenaan? Een interview met Mohammed Ghaly, hoogleraar Islam en Biomedische ethiek.
“Moderne technologieën, zoals de mogelijkheid om DNA aan te passen, brengen ons ongelofelijke voordelen. We kunnen er ziektes mee genezen en we kunnen er ziektes mee voorkómen”, vertelt Mohammed Ghaly enthousiast aan de telefoon vanuit Qatar. Daar is hij professor in de Islam en Biomedische ethiek aan de Hamad Bin Khalifa Universiteit. Eerder was hij docent Islam studies aan de Universiteit van Leiden. “Maar”, vervolgt hij zijn verhaal, “die technologieën brengen wel ethische en morele vraagstukken met zich mee, die de wetenschap alléén niet kan beantwoorden. Daar kun je bijvoorbeeld religie bij gebruiken.”
Ghaly doet veel literatuuronderzoek en is aanwezig bij samenkomsten van religieuze geleerden en biomedische ethici. Dit voorjaar schreef hij een artikel over het islamitische perspectief op het aanpassen van menselijk DNA. Het verscheen in het wetenschappelijke tijdschrift Issues in Science and Technology. Hij zet daarin uiteen wat er ethisch wel en niet toegestaan is voor moslims.
In uw publicatie beschreef u dat islamgeleerden vaak samenwerken met biomedische onderzoekers om antwoorden te vinden op medisch-ethische kwesties. U schreef dat zij samen discussiëren over vragen als: ‘Wanneer zien we een embryo als mens? En: mogen we het DNA van embryo’s aanpassen?’ Kunt u vertellen hoe die samenwerking ontstaan is?
“In de islamitische wereld geven moslimjuristen of moslimtheologen vaak antwoorden op ethische dilemma’s. Maar als het gaat om vragen over moderne, technische ontwikkelingen schiet hun kennis vaak tekort. Ze zijn vooral gewend om oude Arabische teksten te lezen, dus ze zijn niet geschoold in de biomedische wetenschap. Daardoor begrijpen ze vaak de moderne vragen niet goed. Ze moeten bijvoorbeeld weten wat genome editing (genetische modificatie) is, voordat ze een antwoord op een ethisch dilemma kunnen geven. Daarom zijn er in de jaren 1980 instituten opgericht waarin religieuze geleerden kunnen samenwerken met biomedische wetenschappers om consensus te verkrijgen over thema’s die met medische ethiek en het geloof te maken hebben. Sinds de lancering van het Human Genome Project in 1990 discussiëren zij ook over de genetica bij mensen.”
U bestrijkt wel beide vakgebieden in uw werk.
“Ikzelf ben volgens mij de eerste professor in islam én biomedische ethiek. Zo ben ik een pionier”, lacht hij. Hoe kijkt het islamitische geloof naar het bewerken van DNA van mensen met een lichamelijke ziekte? “Je kunt vanuit het geloof niet zeggen dat genbewerking altijd goed of slecht is. Er zijn verschillende meningen over. Maar de meerderheid van de geleerden vindt het geen probleem om het DNA van volwassen mensen met een genetische ziekte aan te passen. Het gaat om een weldenkend persoon. En wanneer die daar zijn akkoord voor geeft, dan is het oké.”
En hoe kijkt de islam naar het aanpassen van het DNA in embryo’s wanneer die een erfelijke aanleg hebben om later, als volwassen mens, een ziekte te krijgen?
“In het Westen is het grootste argument tegen het bewerken van embryo-DNA dat je keuzes maakt die consequenties hebben voor volgende generaties. Maar in de islam is de belangrijkste afweging dat een kind alleen mag voortkomen uit een zaadcel en een eicel van een man en een vrouw die getrouwd zijn. Stel dat het in de toekomst mogelijk is om in een embryo een gemuteerd gen te vervangen door een goed gen, en dat goede gen is afkomstig van een derde persoon, dan mag dat daarom niet. Genreparaties in een embryo mag wel.”
En wanneer je het hebt over het verbeteren van eigenschappen van een kind? Een kind intelligenter, knapper, atletischer maken, bijvoorbeeld?
“Voor medische behandelingen mag een embryo wel aangepast worden. Maar stel dat ouders een kind willen dat sneller kan lopen of verder kan kijken, dan delen niet alle islamdeskundigen dezelfde mening. Sommige geleerden zeggen dat het mag. Zij vinden dat God de menselijke natuur zo geschapen heeft dat de mens kan evolueren. We mogen onze menselijke potentie ontdekken van God. De mensheid is nu verder dan 200 jaar geleden. We gaan naar de maan, we sturen raketten naar Mars, we verbeteren mensen door ze te onderwijzen. En dus mogen we die kennis ook gebruiken om mensen te verbeteren via het DNA. Zolang het maar verantwoord gebeurt. De techniek moet eerst heel goed bestudeerd zijn, bijvoorbeeld. En de techniek moet eerlijk zijn: voor iedereen toegankelijk, voor arme en voor rijke mensen.”
“Maar andere islamgeleerden zeggen weer dat de mens door God geschapen is in zijn perfecte vorm. Wanneer je daarop gaat ingrijpen, dan gaat het mis, denken zij. Want mensen kunnen niet op de lange termijn vooruitdenken. Niet zoals God dat kan.”
Hoe staat de islam tegenover het gebruiken van embryo’s voor wetenschappelijk onderzoek? Wanneer wordt een embryo als een mens gezien?
“De meeste moslimgeleerden denken dat honderdtwintig dagen na de bevruchting de ziel het lichaam betreedt. Maar er zijn ook mensen die geloven dat dit na veertig dagen is. Wanneer de ziel in het lichaam zit, is een abortus verboden, tenzij het leven van een moeder in gevaar is. Doordat embryo’s nog niet als volwaardige mensen gezien worden, is er geen religieus taboe bij het gebruiken van embryo’s voor wetenschappelijk onderzoek. Het gebruiken van embryo’s die overblijven bij IVF-behandelingen is dus gemakkelijker dan in katholieke of westerse landen.”
“Wel is het in de meeste islamitische landen verboden om embryo’s te maken alleen voor wetenschappelijk onderzoek.”
Hoe gebruikt u de koran voor het benaderen van deze kwesties?
“De koran is een boek met 114 hoofdstukken. De omvang is dus beperkt, terwijl het aantal vraagstukken groeit. Het is geen telefoonboek waarin je een trefwoord opzoekt en het antwoord vindt. Het is een proces van interpreteren en die interpretaties zijn variabel. Moslimgeleerden denken meestal zo: jouw opvattingen zijn geldig, maar de mijne ook.”
“Je kunt de koran zien als een bron van een morele wereld waarin antwoorden staan op steeds weer nieuwe vragen. Net zoals je boeken van de filosofen Kant of Aristoteles kunt lezen om antwoorden te vinden op moderne, ethische vragen met betrekking tot abortus en euthanasie.”
U was aanwezig bij de conferentie waar de Chinese onderzoeker He Jiankui vertelde dat hij twee meisjes resistent had gemaakt tegen hiv-besmettingen. Wat vindt u zelf van het aanpassen van embryo-DNA?
“Ik ben zeker tegen wat er gebeurd is in China. Men is voorbijgegaan aan ethische vraagstukken. Dit betekent niet dat ik principieel tegen het bewerken van genen en het bewerken van embryo-DNA ben. Het is alleen nu nog te vroeg om zoiets te doen. Maar onder bepaalde omstandigheden en strikte voorwaarden, kan het volgens mij wel ethisch zijn om aan gene editing te doen.”