Het afgelopen jaar hebben er op verschillende plekken in Nederland ‘DNA-dialogen’ plaatsgevonden. Deze dialogen gingen over de vraag of we het DNA van embryo’s zouden moeten willen aanpassen en onder welke voorwaarden. Daarnaast vroegen we ook onze lezers online om hun mening. Heb jij je mening nog niet gegeven, dan is dit je kans.
De DNA-dialogen worden georganiseerd door elf verschillende organisaties, waaronder het Rathenau Instituut. Ter voorbereiding op de dialogen heeft dit instituut een rapport geschreven met handvatten voor het voeren van een maatschappelijk dialoog over deze kwestie. Begin oktober 2019 is het gepubliceerd onder de titel: ‘In gesprek over het aanpassen van erfelijk DNA van embryo’s: Lessen voor een maatschappelijke dialoog’.
In dit rapport staan ook vier mogelijke toekomstscenario’s van hoe Nederland er in 2039 uit kan zien. Ze zijn gebaseerd op trends in de samenleving die nu gaande zijn, maar ook op wetenschappelijke literatuur en gesprekken met experts. Het is niet zo dat de toekomstscenario’s per se werkelijkheid worden, maar ze bieden vooral voer voor discussie tijdens de DNA-dialogen en op NEMO Kennislink.
Scenario 1: In 2039 is het aanpassen van embryo-DNA heel normaal
Nederland in 2039. Gezond leven is de norm. Julia en Sem willen samen een kind. Maar Sem blijkt drager van een gen dat op jonge leeftijd borst- en eierstokkanker kan veroorzaken. De arts adviseert hen het foute gen te verwijderen met CRISPR-Cas, een vrij gangbare procedure in 2039. Hierdoor zal hun kind en toekomstige generatie eventueel medisch leed bespaard blijven. Maar Julia worstelt met het gevoel dat haar een keuze wordt opgelegd vanuit de samenleving. Welke weg moeten Sem en Julia kiezen voor hun toekomstige kind?
Scenario 2: Nederland zegt ‘nee’ tegen het aanpassen van embryo-DNA
Nederland in 2039. Het is bij wet verboden om embryo-DNA genetisch aan te passen. In het buitenland wordt wel volop onderzoek gedaan en daar zijn inmiddels al tientallen baby’s geboren met aangepast DNA. Ook in Nederland neemt de vraag ernaar toe. Indira is 39 en wil graag nog moeder worden, maar zij en haar partner Daan zijn beiden drager van het gen voor taaislijmziekte. ICSI/IVF vindt Indira – gezien haar leeftijd – geen optie; en Daan ziet zaaddonorschap niet zitten. Gaan ze dan maar naar een privé-kliniek in het buitenland, waar het wél geoorloofd is om embryo-DNA te bewerken?
Scenario 3: Elk mens moet zich volledig kunnen ontplooien
Nederland in 2039. Maatschappelijke gelijkheid is een belangrijk streven. Jesse en Caryn willen samen een kind. Maar in de familie van Jesse zit aanleg voor autisme. Gelukkig is dit vrij gemakkelijk aan te passen, en kunnen er zelfs ook extra eigenschappen als ‘creativiteit’ en ‘empathie’ aan het erfelijk pakket van het ongeboren kind toegevoegd worden. Maar Caryn twijfelt: zij vindt het prima om in te grijpen in het DNA om ziektes te voorkomen, maar tegelijkertijd vindt ze dat je terughoudend moet zijn met aanpassingen die niet echt nodig zijn.
Scenario 4: rijk en succesvol door aangepaste genen
In het Nederland van 2039 willen ouders niet alleen ‘het beste voor hun kind’, maar ook ‘het beste kind’. Het zal dan namelijk normaal zijn om bij een ivf-behandeling de embryo’s meteen een genetische upgrade te geven. Niet alleen om te voorkomen dat het kind later een erfelijke ziekte krijgt, maar ook om het kind betere eigenschappen te geven; zodat het beter presteert op school en werk, dat het sportiever is en populairder bij zijn vriendjes. IVF-klinieken beloven wensouders tal van mogelijkheden om hun toekomstige kind te upgraden. Zolang er maar voor betaald wordt natuurlijk.