Naar de content
Faces of Science
Faces of Science

Een college voor heel Nederland


Screenshot Universiteit van Nederland

Bij college geven denk je al snel aan een handvol studenten in een statige collegezaal, niet aan een potentieel miljoenenpubliek. Maar afgelopen maand gaf ik college voor een volle zaal tijdens de opnamen voor de Universiteit van Nederland over hoe je muzieksmaak gekoppeld kan zijn aan je huidskleur.

10 februari 2017

“Licht, geluid, actie!” Vervolgens voel ik een kort maar ferm tikje op mijn schouder als signaal dat ik door het publiek mag lopen richting het podium. Opletten dat ik niet over camerarails struikel. Trappetje op. Een grote groep mensen kijkt me vriendelijk maar verwachtingsvol aan. Hier en daar worden de gezichten geflankeerd door camera’s. Ik sta op het welbekende zwarte glanzende podium van de Universiteit van Nederland – waar ik al zoveel indrukwekkende colleges op zag – en terwijl ik mijn ingestudeerde verhaal afsteek, flitst toch nog snel een verontrustende vraag door mijn hoofd: “waar ben ik in hemelsnaam aan begonnen?!”

Het nog lege podium van de Universiteit van Nederland

privearchief Julian Schaap

Splinternieuw college

Voor wie nog nooit een college van de Universiteit van Nederland heeft bekeken, je mist wat! Bijna elke dag wordt er een splinternieuw college op YouTube gezet, die je voor niets kunt bekijken. Wetenschappelijk docenten en onderzoekers uit heel het land vertellen hier over hun onderzoeksthema. Van natuurkundigen tot historici en van neurologen tot sociologen: ze zijn allemaal online te vinden. Het concept is vergelijkbaar met de wereldberoemde Ted Talks, waar sterke sprekers hun ideeën op een toegankelijke manier voor zoveel mogelijk mensen presenteren.

Anders dan bij reguliere colleges – zoals je die in de collegezaal aantreft – zijn deze colleges kort, krachtig en visueel aantrekkelijk. Ze duren maximaal een kwartier en geven antwoord op één centrale vraag rond een bepaald thema. Op een opnameavond worden er vijf colleges opgenomen voor een publiek. Deze colleges worden een paar weken tot maanden later online en via betaaltelevisie verspreid.

Julian Schaap tijdens zijn college bij de Universiteit van Nederland

Screenshot Universiteit van Nederland

Natuurlijk vond ik het een grote eer toen ik werd benaderd door de hoofdredactrice van de Universiteit van Nederland om een college te geven rond het thema ras en racisme. Mijn onderzoek gaat over hoe etno-raciale verschillen tussen mensen en groepen gevolgen kunnen hebben voor muzieksmaak en vice versa, dus dat past goed binnen dit thema. Maar al snel nadat ik begon aan de voorbereiding kwam ik er achter dat dit toch wel heel andere koek is dan de colleges die ik normaal voorbereid voor studenten op de Erasmus Universiteit in Rotterdam.

Allereerst is er de hamvraag: hoe krijg ik mijn onderzoek – dat al vier jaar loopt – netjes in een kwartier verpakt? Dat is heel moeilijk, zeker omdat het de bedoeling is dat het te behappen is voor een breed publiek. Hoe dieper je in een onderzoek zit, hoe moeilijker het is om je onderzoek in lekentaal uit te leggen. Er zijn immers veel ingewikkelde sociologische concepten om de complexe sociale realiteit zo genuanceerd mogelijk te vatten: micro-agressies, etno-raciale kleurenblindheid, anomie, symbolische grenzen… Ik krijg van de redacteur te horen dat ik het allemaal moet weglaten uit mijn verhaal. Het uitleggen van mijn onderzoek gaat dus nog meer tijd kosten – en ik heb al zo weinig!

Het publiek tijdens het college van Julian bij de Universiteit van Nederland luistert aandachtig.

Screenshot Universiteit van Nederland

Cherry picking

Uiteraard ben ik niet de enige wetenschapper die tegen dit probleem aanloopt: iedereen die een dergelijk college moet voorbereiden heeft hier moeite mee. Daarom wordt ik geholpen door de redactie, die me allerlei praktische tips geeft om mijn verhaal in te korten zonder aan diepgang in te boeten. Cherry-picking, een strategie die alleen de allerbeste, mooiste of meest veelzeggende resultaten van mijn onderzoek naar de voorgrond brengt, helpt me daarbij. Door de hoofdvraag op te delen in een aantal korte vragen en vervolgens steeds met de meest illustratieve voorbeelden antwoord te geven, vormt er al snel een verhaal.

Hoe verraad jouw huidskleur je muzieksmaak en hoe verraad jouw muzieksmaak je huidskleur?

Maar het belangrijkste is een prikkelende beginvraag waarmee het onderwerp van het college meteen duidelijk is. Juist omdat ‘witheid’ vaak niet wordt gezien, besluit ik gewoon te vragen aan de mensen in de zaal of zij van ‘witte muziek’ houden. Het blijft dan angstvallig stil en een aantal mensen kijken erg ongemakkelijk in het rond. Bij de vraag of er mensen zijn die van ‘zwarte muziek’ houden, gaan er wel een aantal vingers omhoog. Ik vraag hen in welk genre dat valt en hoor ‘hip-hop’, ‘funk’ en ‘Afrikaanse muziek’. Vanaf dit punt begrijpt hopelijk iedereen waarom dit onderzoek relevant is: we begrijpen maar weinig van de samenhang tussen huidskleur en muzieksmaak. Ik kan meteen door met de centrale vraag die ik in dit college ga beantwooden: ‘hoe verraad jouw huidskleur je muzieksmaak en hoe verraad jouw muzieksmaak je huidskleur?’

Gemakkelijk is het allemaal niet. En het voelt niet altijd even goed. Hoofdzakelijk omdat het eigenlijk tegen het wetenschappelijke ideaal ingaat om in te boeten aan nuance. Zo is de vraag voor dit college natuurlijk een scherpe, meer prikkelende versie van de ‘saaie’ wetenschappelijke vraag die ik zelf stel in mijn onderzoek. In een tijd van vluchtige media en het snelle verlies van aandacht (ben je nog aan het lezen?), is de wetenschap juist een prachtige plek om juist wel op details in te gaan. In wetenschappelijk onderzoek staan minutieus monnikenwerk, eeuwige twijfel en niet te stillen zucht naar verdere nuancering nog steeds in hoog vaandel. Het is dus belangrijk om ook dit op een bepaalde manier over te overdragen binnen een kort college.

Moeilijk thema

Daarnaast is het thema ‘racisme’, niet bepaald iets waar je gemakkelijk over praat zonder mensen boos te maken. Ook daar moet ik rekening mee houden: hoe krijg ik mijn onderzoek zo objectief mogelijk over het voetlicht? Want ik heb immers te maken met een sterk gepolitiseerd thema (denk maar aan de Zwarte Piet discussie van de afgelopen jaren). Uiteindelijk besluit ik om de nadruk te leggen op de sociologische analyse en mijn bevindingen, en potentiële morele of ideologische oordelen expliciet te vermijden. Dat is ook niet het doel van sociologie. Hopelijk helpt dat om mensen vatbaar te maken om over dit moeilijke thema na te denken zonder direct in verzet te schieten.

Met collega-wetenschappers Judi Mesman, Fenneke Sysling, Amade M’Charek en Sinan Çankaya bij de Universiteit van Nederland

Screenshot Universiteit van Nederland

Uiteindelijk staat mijn verhaal en heb ik het idee dat ik een mooie balans heb gevonden tussen toegankelijkheid en sociologisch detail. Voordat ik het weet mag ik het podium alweer opgeven voor mijn thema-collega’s Judi Mesman, Fenneke Sysling, Amade M’Charek en Sinan Çankaya – die allemaal prachtige en sterke colleges verzorgden, die je in de opvolgende filmpjes hieronder ziet. Het aanwezige publiek is enthousiast, voor hen lijkt het in ieder geval alvast gelukt!

En dan natuurlijk de reacties. Want hoe is het overgekomen? Na afloop zijn er meer dan genoeg mensen in de zaal die met me willen praten over het onderzoek – mensen die het interessant vinden, mensen die zich herkennen in mijn verhaal, mensen die vervolgvragen hebben (precies de details waar ik op moest inboeten natuurlijk). Zo stapte er een donkere vrouw op mij af die al sinds haar jeugd gek is op rockmuziek, maar nooit begreep waarom de rockscene zo wit en mannelijk was. Ook was er een oudere witte man die graag zijn eigen geschiedenis in de rockmuziek van Nederland met me wilde delen – en veel herkenningspunten zag met mijn verhaal over huidskleur.

Heftige reacties

Maar de meeste en heftigste reacties volgen pas een paar maanden later, wanneer het college op Ziggo en op YouTube te zien is. Zoals te verwachten met dit thema zijn die niet mals: net als de colleges van mijn medepresentatoren van de avond, krijgt mijn college veel (hele) boze reacties van mensen die mijn onderzoek als een (linkse) politieke aanval beschouwen (naast een aantal andere interpretaties). Hoe moet ik hiermee omgaan? Ik zou met de meesten graag het gesprek aangaan, maar de YouTube commentaarsectie is doorgaans geen ideaal platform om een wetenschappelijk debat te beginnen. Dit moet wachten tot een andere gelegenheid, hoewel ik mijn lering trek uit de berichten: mijn onderzoek wordt haast per definitie politiek geïnterpreteerd, zelfs als ik zelf probeer geen ideologische lading over te brengen op het publiek. En het is dus de vraag hoe ‘prikkelend’ je een onderwerp als dit kan behandelen zonder mensen op de tenen te trappen. Vooralsnog denk ik dat het goed is gelukt – een onderwerp als dit maakt nu eenmaal de tongen los.

Gelukkig zijn er ook heel veel positieve reacties. Van dichtbij tot ver stromen er reacties binnen van bekenden en onbekenden. Het is van te voren toch moeilijk voor te stellen hoeveel impact zo’n kwartiertje praten heeft, maar dat het college goed wordt opgepakt moge duidelijk zijn: ik krijg vaak te horen dat het de urgentie van dit maatschappelijke thema onderstreept en enkelen willen graag het volledige onderzoek lezen. Dat is natuurlijk de allermooiste reactie, dus gauw mijn proefschrift afschrijven nu.

ReactiesReageer