Naar de content

Het Friese rijk van Redbad was kleiner dan gedacht

Een landkaart die Magna Frisia laat zien, het grote Friese rijk rond het jaar 800..
Een landkaart die Magna Frisia laat zien, het grote Friese rijk rond het jaar 800..
Saartje de Bruijn, Provincie Fryslân

Magna Frisia, het Friese rijk van koning Redbad, zou helemaal geen eenheid zijn geweest. Hij had namelijk geen macht over het huidige Friesland, concluderen wetenschappers na een nieuwe reconstructie van het vroegmiddeleeuwse landschap. Daar is alleen niet iedereen het mee eens.

21 januari 2020

De legendarische koning Redbad is een Fries icoon. Eind zevende en begin achtste eeuw heerste deze heidense koning over Frisia en bevocht hij de oprukkende christelijke Franken. Er zijn alleen niet veel bronnen over hem. De heidense Friezen hadden zelf geen schriftelijke traditie en wat we weten over Redbad – geboortedatum onbekend, gestorven in 719 – is geschreven door christelijke missionarissen en geschiedschrijvers uit latere eeuwen. Dat geldt ook voor het territorium waarover Redbad de baas was. Dit is nog steeds een punt van discussie onder historici.

“Wanneer je kijkt naar Redbads Frisia, dat een gebied zou beslaan van de huidige Westerschelde tot aan de Duitse Wezer, en de landschappelijke kenmerken, dan kan het simpelweg geen eenheid zijn geweest. Er was al geen bewijs voor zijn koningschap in het huidige Friesland en het landschap bevestigt dat alleen maar.” Dit statement komt van Hans Mol, bijzonder hoogleraar geschiedenis van de Friese landen in de middeleeuwen. In nieuw onderzoek laat hij samen met archeoloog Gilles de Langen, bijzonder hoogleraar terpenarcheologie, zien hoe het landschap eruit zag in de tijd van Redbad en wat voor politieke gevolgen dit gehad moet hebben.

Friese wet

Wie waren de Friezen? De Romeinse geschiedschrijver Tacitus schreef aan het begin van onze jaartelling al over Frisii. Het was een moedig Germaans volk dat boven de rivier de Rijn, de noordelijke grens van het Romeinse Rijk, woonde. Zevenhonderd jaar later noemden de Franken, die ook al aan het schrijven geslagen waren, de bewoners van dit noordelijke gebied eveneens Frisii. Er is echter geen verwantschap tussen de Friezen uit de Romeinse tijd en die uit de vroege middeleeuwen. Het landschap was ondertussen ook veranderd.

Mol heeft, samen met archeoloog Gilles de Langen, het landschap gereconstrueerd in een kaart van het hele Friese rijk, zoals dit staat beschreven in de Lex Frisionum of De wet van de Friezen. Frisia was na de dood van Redbad onderdeel geworden van het Frankische rijk en koning Karel de Grote liet de wet rond 800 opschrijven. Het is een belangrijke bron, want de Franken zijn diegene die het gebied Frisia noemen in navolging van de Romeinen en de wet benoemt de verschillende regio’s binnen dit grote Friese rijk.

Een landkaart die Magna Frisia laat zien, het grote Friese rijk rond het jaar 800..

Landschapsreconstructie van Magna Frisia circa 800. De regio’s, zoals beschreven in de Lex Frisionum, zijn West- Frisia (het huidige Zeeland en Holland), Centraal Frisia (het huidige Friesland), Oost-Frisia (Het huidige Groningen en Ost-Friesland) en Frisia Citerior in het centrum, met Utrecht en de handelsstad Dorestad (bij Wijk bij Duurstede). De stippellijn loopt over het hoogste punt van het veengebied (bruin). Verder van de kust af lag het veen lager en werd het gebied steeds natter en ontoegankelijker. Hier zijn geen nederzettingen gevonden, behalve aan de oevers van rivieren. Gemaakt door Saartje de Bruijn van de provincie Fryslân, met inhoudelijke input van Gilles de Langen (Rijksuniversiteit Groningen/Fryske Akademy) en Hans Mol (Universiteit Leiden/Fryske Akademy).

Saartje de Bruijn, Provincie Fryslân

Onbegaanbaar midden

De omschrijving van Frisia door de Franken was niet overal even helder. De Noordzee was een duidelijke grens maar historici wisten niet precies waar in het binnenland het Friese rijk eindigde en het Frankische rijk begon. Wat viel er nu precies onder Frisia Citerior, het meer inlandse gebied met belangrijke steden als Utrecht en Dorestad? Mol en De Langen denkt daar het antwoord op gevonden te hebben in het landschap.

“Historici hebben altijd de Rijn als grens aangehouden. Deze rivier was de noordelijke grens in de tijd van de Romeinen. Maar als je naar het landschap kijkt, blijkt dat deze rivier ten tijde van Redbad veel minder water vervoerde en dus smaller was geworden. In plaats van een scheidende functie, had de Rijn een verbindende functie gekregen. Bij de monding zie je bijvoorbeeld een nederzetting ontstaan, gevestigd op allebei de oevers, namelijk Leiderdorp. Het Rijnland vormde juist een eenheid en het idee van de Rijn als grens kan dus in de prullenbak.”

Waar liep de grens van Frisia Citerior dan wel? “Vanuit Frankisch oogpunt gezien, en dat is ook de letterlijke vertaling van citerior, ‘aan deze zijde’.” Daarmee bedoelden de Franken de landen in het rivierengebied ten oosten van de rode stippellijn die parallel loopt aan de strandwallen, in plaats van alles ten zuiden van de Rijn. Op die stippellijn lag het veen wat hoger en vormde zo een veenscheiding. “De belangrijkste centra in dit Midden-Nederlandse rivierengebied waren de handelsplaatsen Utrecht en Dorestad; ze waren in de loop van de zevende eeuw veroverd door de Friezen, onder leiding van een voorganger van Redbad. Redbad is ze omstreeks 700 deels kwijt geraakt aan de Franken, al lijkt hij er tot zijn dood in 719 nog wel als Frankisch vazal gezag over te hebben uitgeoefend. Hoewel de Franken dit gebied Frisia noemden, was er etnisch weinig Fries aan.”

Animatie over Dorestad door het Rijksmuseum van Oudheden

Koning van de westkust?

Als je naar de kaart kijkt, valt onmiddellijk op dat de verschillende landschappen samenvallen met de verschillende regio’s binnen Frisia. Het westen bestond uit droge strandwallen, het noordoosten uit nat terpengebied en het werd gescheiden door moeilijk begaanbaar en woest veengebied, met enkele grote rivieren erdoorheen. Alleen in het westen was reizen over land te doen, voor de rest ging alles en iedereen over water.

Deze scheiding had belangrijke gevolgen voor de beheersbaarheid van het gebied en brengt Mol en De Langen tot de conclusie dat Redbad geen macht had in het huidige Friesland, ook al noemen de middeleeuwse bronnen hem de koning van heel Frisia. Er zijn ook geen sporen gevonden die bewijzen dat hij het terpengebied beheerste. “Wanneer je naar de kaart kijkt, is dit logisch te verklaren. De natuur, namelijk het natte veengebied en de rivier het Vlie, zorgden voor een grens met het westen. We weten zeker dat Redbad regeerde over West-Frisia in de Hollandse kuststrook, maar met de edelen in het huidige Friesland smeedde hij slechts allianties, denken wij. Hij had hen nodig om zijn positie te handhaven.”

Menno Dijkstra, archeoloog vroege middeleeuwen aan de Universiteit van Amsterdam en niet betrokken bij het onderzoek, vindt de nieuwe grens een verfrissend idee. “Dat de Rijn niet de grens was, daarmee hebben Mol en De Langen zeker een punt, maar ze focussen wel erg op het landschap. Er zijn meer koninkrijken geweest die bestonden uit verschillende soorten landschappen. Ook de westkust was uiteindelijk afhankelijk van waterwegen, dwars door de veengebieden, voor contact met het rivierenlandschap in het midden. Waterwegen hoeven voor Redbad niet een belemmering te zijn geweest om zijn macht te kunnen uitbreiden naar Centraal Frisia, het huidige Friesland. Hij zal daar niet constant hebben gewoond en de eenheid duurde waarschijnlijk niet heel lang, maar toch zeker wel tien á twintig jaar.”

Heiden blijven

Wie de rivieren controleerde, had de handel in handen. De Rijn, de Maas, de Vecht: het waren belangrijke waterwegen voor het verkeer naar Scandinavië en voor de langeafstandshandel in luxe goederen. Deze handelsbelangen vonden de Franken meer dan interessant. “Redbad en de Friese edelen hielpen elkaar om de rivieren uit Frankische handen te houden. We denken ook dat deze alliantie Redbad gedwongen heeft om heiden te blijven. Als hij zich had bekeerd tot het christendom, dan was hij onderdeel geworden van het Frankische machtssysteem en dat was niet in het belang van de Friese edelen”, zegt Mol.

Deze redenatie gaat Dijkstra te ver. “Ik geloof niet dat Redbad gedwongen is om heiden te blijven, maar eerder dat hij die keuze vanuit zijn eigen overtuiging heeft gemaakt. Als hij zonder problemen aan het macht wilde blijven, had hij ook een deal met de Franken kunnen sluiten door zich te bekeren tot het christendom en samen met hen op te trekken tegen de heidense Friezen in het terpengebied. Dat deze mensen zich moeilijk lieten bekeren, dat weten we van de Franken. Ze zagen het kustgebied als een soort ‘Wilde Westen’ en de terpbewoners als vissen in het water.”

Belangrijk huwelijk

In West-Frisia zijn meerdere grootgrondbezit-complexen gevonden uit de tijd van Redbad en dit gebied was zijn machtsbasis. Het veroverde Frisia Citerior, inclusief de grote handelsstad Dorestad, verloor hij aan het einde van de zevende eeuw aan de oprukkende Franken. Wat er vervolgens met de koning gebeurde, is nog steeds voer voor discussie. De christelijke bronnen waren de heidense Redbad niet echt goed gezind. Zijn rijk zou dan ook glansrijk veroverd zijn door de christelijke Franken en de koning verbannen of erger. Zo is het alleen niet gegaan, volgens Mol en De Langen. Zij hangen de theorie aan dat Redbad als vorst-met-een-eigen-machtsgebied door de Franken werd gerespecteerd.

“In 711 trouwde zijn dochter met een hele hoge Frankische edelman. Dat huwelijk had nooit plaats gevonden, als Redbad niet meer in hoog aanzien had gestaan of een verslagen vijand was. Redbad bleef regeren over West-Frisia, wat een eenheid bleef tot ver na zijn dood in 719.” Dit concluderen Mol en De Langen uit Redbads grootgrondbezit-complexen in West-Friesland. Hun locaties komen overeen met de complexen van de latere graven van Holland, wat een machtseenheid van het gebied aanduidt. En net als Redbad zouden ook de Hollandse graven geen grip op het terpengebied krijgen.

De vraag is alleen hoe belangrijk dit grootgrondbezit was, volgens Dijkstra. “Ik denk niet dat het doorslaggevend is geweest voor het hebben van macht. In het terpengebied was het bezit van vee bijvoorbeeld belangrijker dan grondbezit. Daarnaast was de westkust, met onvruchtbare duinen en weinig inwoners, minder belangrijk binnen Frisia. In het rivierenlandschap in het midden en in het terpengebied woonden veel meer mensen.”

Volgens Jos Bazelmans, sectorhoofd Kennis Erfgoed bij Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en niet betrokken bij dit onderzoek reageert per mail dat er juist niets nieuws onder de zon is wat betreft de fragmentatie van het Friese gebied en de landschappelijke achtergrond ervan. Volgens hem ligt het probleem bij de beeldvorming. De wetenschap van het Friese gebied worstelt nog altijd met de erfenis uit de Romeinse tijd en met het romantische beeld van het volk over de Friese identiteit. Al met al een interessant onderzoek met een andere kijk op de geschiedenis van Redbad en Frisia, wat nog heel wat discussie op gang zal brengen.

Bron
  • Gilles de Langen en Hans Mol ‘Noormannen en de Kerk in de Friese landen’ in Wij Vikingen. Friezen en Vikingen in het kustgebied van de Lage Landen (Waanders Uitgeverij, 2019)
ReactiesReageer