Naar de content
Faces of Science
Faces of Science

Jij en de rechtsorde (1):

Autonomie en de grenzen van het recht

Pixabay CC0

Onze individuele keuzes worden beperkt, beschermd, of zelfs mogelijk gemaakt door het recht. Maar welke keuzes mag je precies maken en welke niet? En door wie wordt dat beslist?

21 september 2018

Natuurlijk zijn er allerlei keuzes die je zelf mag maken. Je kiest waarschijnlijk zelf wat voor kleding je draagt en welke hobby’s je beoefent. Zo kies je een eigen stijl en ontwikkel je jezelf naar eigen inzicht. Als je gaat studeren, kies je een studierichting die past bij het leven dat je wilt leiden. Wil je graag financiële zekerheid, dan maak je wellicht een andere keuze dan iemand die minder geeft om stabiliteit of materiële welvaart. En als je graag mensen helpt, dan maak je wellicht weer een andere keuze dan iemand die liever snapt hoe ingewikkelde systemen werken.

In de politieke filosofie wordt ook wel gezegd dat je een eigen opvatting over het goede leven kan ontwikkelen en praktiseren. Wanneer we zeggen dat we in een liberale samenleving wonen, dan bedoelen we vaak dat de overheid ruimte laat aan mensen om hun leven naar eigen inzicht in te richten, of soms ook dat ze mogelijkheden moet bieden. Die ruimte voor eigen keuzes noemen we ook wel de privésfeer.

De ruimte die we hebben om ons leven zelf in te richten is niet vanzelfsprekend en ook zeker niet zonder grenzen. We leven in een rechtsorde, wat betekent dat onze samenleving op het recht is gegrond. Met andere woorden: het recht kan bepalen wat we wel of niet mogen doen in ons samen-leven. De wetgever grijpt in om mensen tegen zichzelf en tegen elkaar te beschermen, en om anderszins te voorkomen dat er schade wordt berokkent aan de maatschappij. Zo mag je geen gevaarlijke middelen slikken om je concentratievermogen op te krikken of een webwinkel opzetten waarmee je mensen misleidt om geld te verdienen. Misschien heb je die opkikkertjes wel nodig om de door jou beoogde studie te halen, maar je snapt wel dat dit persoonlijke belang moet schikken. Die webwinkel zou bijvoorbeeld oneerlijk zijn tegenover haar klanten en het vertrouwen in de e-commerce ondermijnen.

Aan de hand van dit simpele voorbeeld kan je zien dat we allerlei keuzes hebben over ons eigen leven, maar dat die keuzes worden begrensd door het recht. Zodra mensen zichzelf of anderen schade berokkenen of er een maatschappelijk belang in geding raakt – zoals eerlijke handel en de ontwikkeling van e-commerce – is het lastig vol te houden dat mensen mogen doen wat ze willen.

Topsport

Het recht kan ook bepaalde keuzes faciliteren of beschermen, bijvoorbeeld door studies te accrediteren en te financieren of door het combineren van een studie met topsport te vergemakkelijken. Maar wat mag een studie zijn? En wat telt als topsport? Dat we breien bijvoorbeeld niet als studie of als topsport zien, maar toerisme en tennis wel, heeft weer iets te maken met de moderne visie op maatschappelijk belang.

Breien is op het moment dan wel een hobby, maar wordt niet meer gezien als een belangrijke activiteit nu kleding massaal in fabrieken wordt geproduceerd. Het is echter niet vanzelfsprekend dat we onze maatschappij zo inrichten, zeker niet nu we nadenken over een duurzame inrichting van de mode-industrie. Ook hier zien we dat een persoonlijke visie niet noodzakelijkerwijs overeenkomt met de manier waarop dingen zijn geregeld.

Hoe beslissen we welke keuzes het recht beschermd of juist beperkt? Wat is goed voor de democratische samenleving, en wat niet?

Pixabay CC0

Ook onze rechten en vrijheden ondersteunen bepaalde keuzes met oog op een maatschappelijk belang, ditmaal onze democratische samenleving. Denk bijvoorbeeld aan de politieke stem, de religieuze overtuiging, de persvrijheid, de privacy, de vrije beroepskeuze, de sociale zekerheid, en de volksgezondheid. Deze zaken worden beschermd door de Nederlandse Grondwet. Mocht jij dus wel van breien houden en een hekel hebben aan de Telegraaf, dan is dat prima, maar je wordt hier door de staat niet in gesteund. Je zal van DUO geen lening krijgen voor een breiklasje, en ook moeten dulden dat de Telegraaf bij een groot deel van de bevolking op de mat ligt (tenzij je iedereen van jouw gelijk kan overtuigen…).

Hoe beslissen we welke keuzes het recht beschermd of juist beperkt? Mag de overheid bijvoorbeeld ingrijpen om ervoor te zorgen dat religieuze voorschriften kunnen worden nageleefd, of zijn dat slechts persoonlijke zaken? Echte overeenstemming is hier volgens mij niet over te bereiken: atheïsten zien religieuze voorschriften als irrationeel of zelfs als verziekend, terwijl theïsten logischerwijs de ruimte willen om ze na te leven.

De Winkeltijdenwet van 1996 laat het aan gemeenteraden om te bepalen of de winkels open mogen op zondag. Zo ook mag het luiden van de kerkklok op gemeenteniveau worden beperkt, aldus de Raad van State naar aanleiding van een Tilburgse verordening. Dit is een manier om ervoor te zorgen dat het gros van de mensen zich thuis voelt in eigen stad of dorp: op zondag winkelen of juist tweemaal onder klokgelui naar de kerk.

Zo zien we dat deze beslissingen via onze democratische wegen worden genomen, ook al voelen ze soms heel persoonlijk. Soms biedt het uitkomst om zaken op gemeenteniveau te regelen. Als je een keuze hebt over de keuzes die het recht toelaat of steunt, dan is het toch vooral als burger, samen met anderen. Maar is dit altijd zo? Kijk uit naar deel 2 van deze blog!

ReactiesReageer