‘Keuze voor vakken taal en cultuur geeft geen status’ las ik laatst in de krant op weg naar mijn werk. De afgelopen jaren is bij scholieren, ouders en docenten het idee ontstaan dat het profiel cultuur en maatschappij vooral gekozen wordt door leerlingen voor wie exacte vakken gewoon te moeilijk zijn. ‘Wat een onzin!’, riep ik hardop door de treincoupe.
Ik riep wel ‘wat een onzin’, maar ik herinner me nog heel goed dat ik hetzelfde verwijt kreeg op mijn middelbare school, nu zo’n 15 jaar geleden (wow, ik word oud!…). Met mijn C&M profiel had ik een ‘pretpakket’ gekozen en dat was in mijn geval nog eens extra ‘dom’, omdat ik ook goede cijfers voor de exacte vakken stond.
Ik vond dat verwijt toen al heel raar, want ik had heel bewust een pakket met vakken gekozen waar mijn interesse en hart lagen én waar ik goed in was, net zoals klasgenoten met een wiskundeknobbel een N&T pakket hadden, omdat zij dat leuker vonden. Ík hield van jongs af aan het meest van talen en cultuur, van kunst, muziek en geschiedenis en wilde dat graag bestuderen. Wiskunde vond ik gewoon een stuk minder interessant en ik maakte dus een keuze uit belangstelling, voor iets dat bij mij paste en volgens mij was dat ook de bedoeling van de profielen.
De tweede fase
Toen de zogenaamde ‘Tweede Fase’ met de vier profielen werd ingevoerd, moest dat voor meer samenhang in de vakkenpakketten zorgen. Mensen die bètavakken als wiskunde, natuurkunde en scheikunde het leukst vonden, prefereerden N&T, leerlingen met een talenknobbel kozen voor C&M. Het ene was niet ‘moeilijker’ of ‘beter’ dan het andere. Het goed leren beheersen van een tweede taal is ook niet minder moeilijk dan wiskundesommen maken.
Dat bleek alleen al uit het feit dat veel ‘N&T’ers’ bij mij in de klas hele slechte cijfers haalden voor Latijn en Frans en vakken als geschiedenis en filosofie. De profielen gaven scholieren alleen maar de mogelijkheid al vroeg te kiezen voor vakken waar ze goed in waren én waar hun interesses lagen. Er bestaat dus helemaal niet zoiets als één pretpakket. Als je kiest voor je talenten, passies en dromen, dan kies je het goede pakket en zo gaat iedereen dus voor zijn eigen prettige pakket, of dat nu veel wiskunde of veel talen bevat.
Alle opties open houden
Waar komt dat pretpakket-imago van het C&M profiel dan vandaan? Dat is niet zo moeilijk te begrijpen. Wie geneeskunde wil studeren móet N&G gedaan hebben, maar wie Frans wil studeren, hoeft dat niet in zijn profiel te hebben. Wie natuurkunde wil studeren, moet N&T volgen, maar wie filosofie of geschiedenis wil studeren, kan dat met alle vier de profielen doen. Het profielensysteem zegt dus eigenlijk: als je een N&T of N&G profiel kiest, kun je na de middelbare school nog bijna alle kanten op en je leert daar blijkbaar iets wat je bij C&M en E&M niet leert.
Bij mij op school waren er maar weinig leerlingen die in de derde klas al wisten wat ze wilden worden en een N&G of N&T profiel was vaak een veilige keuze om alle opties open te houden. Zo bekeken is het helemaal niet onverstandig of raar dat veel leerlingen voor de N-profielen gaan, waarbij ze bovendien ook nog Frans of Duits, maatschappijleer en, bij ons op school, Klassieke Culturele Vorming (KCV) kregen. En als ik rondkijk op mijn werk zie ik het bewijs dat je ná een N-profiel op de middelbare school niet per se voor een technische studie hoeft te kiezen: veel van mijn collega’s hebben ooit N&T of N&G gedaan en gingen na de middelbare school (kunst)geschiedenis, muziekwetenschap, filosofie, Nederlands, Engels, Frans, psychologie of sociologie studeren. Alle opties liggen dus inderdaad nog open bij een N&T of N&G pakket.
Weg met de profielen!
Een N-profielvoorkeur om daarmee alle opties open te houden, is geen probleem als dat bij je past. Het wordt pas een probleem als je de druk voelt om een N-profiel te kiezen terwijl je helemaal niet goed bent in wis- en scheikunde, maar wel in bijvoorbeeld talen of economie en je daar diep in je hart ook liever in wilt verdiepen. Veel van de leerlingen op mijn school die met zesjes voor wis- en natuurkunde tóch een N-pakket kozen omdat dat meer status had, omdat het aangeraden werd door docenten of aangemoedigd door ouders, liepen in de loop van de jaren vast. Ze haalden lage cijfers, moesten soms een klas overdoen en werden onzeker. Dat is doodzonde, want elke leerlingen heeft andere talenten die hij of zij vooral moet volgen.
De oplossing is volgens mij simpel: schaf de profielen af en laat leerlingen weer zelf hun pakket samenstellen. Zij kunnen dan natuurkunde met economie combineren of biologie met geschiedenis en Frans. Je volgt dan langer een brede basisopleiding en pas later in je leven, als je beter weet wat je wilt, kun je specialiseren. We zijn dan bovendien ook meteen af van de vroege en sterke scheiding tussen ‘alfa’ en ‘beta’ waarbij het één moeilijker en belangrijker zou zijn dan het andere. (wil je weten of jij een alfa of een beta bent? Test het hier)
Taal-en cultuurstudies zijn breder dan je denkt!
De vroege keuze tussen alfa en bèta veroorzaakt bovendien nog een groot probleem dat samenhangt met de slechte reputatie van de M-profielen. De profielkeuze is namelijk niet de enige keuze. Daarna ga je kiezen voor een vervolgstudie. En ook daar geldt dat studies die zich bezighouden met talen, kunst- en cultuurgeschiedenis en filosofie – de zogenaamde ‘geesteswetenschappen’ – minder aanzien genieten dan technische studies, geneeskunde of bijvoorbeeld economie. Met een studie Engels, Nederlands, Frans of geschiedenis vind je nooit een baan, denken veel mensen.
Dit misverstand komt deels doordat mensen niet goed weten wat we in de geesteswetenschappen eigenlijk doen en bestuderen. Het schoolvak Nederlands is bijvoorbeeld totaal iets anders dan de studie Nederlandse taal en cultuur.
Bij mij op de afdeling werken mensen die onderzoek doen naar vormen van online hulpverlening en hoe die te verbeteren. We doen onderzoek naar moderne communicatiemiddelen zoals sms’en, chatten en whatsappen en welke invloed het gebruik van deze nieuwe media heeft op de taalvaardigheid van jongeren. Er wordt onderzoek gedaan naar hoe kinderen taal leren en hoe problemen daarbij te lijf te gaan. We bestuderen de geschiedenis en kijken hoe we die kunnen gebruiken om problemen in de wereld van vandaag te begrijpen, enz. We leren onze studenten allerlei belangrijke vaardigheden als goed schrijven, kritisch denken, met verschillende culturen communiceren en een probleem van verschillende kanten benaderen. Neem maar eens een kijkje op de weblog van onze afdeling om te zien hoe gevarieerd de studie Nederlandse taal en cultuur is!
Werkloosheid en armoede
Een geesteswetenschappelijke studie is niet alleen breder dan mensen denken, de mogelijkheden voor na de studie zijn ook eindeloos. Bij ons aan de universiteit werken natuurlijk vooral wetenschappers, maar de mensen met wie ik ooit Nederlands studeerde, doen allemaal verschillende dingen. Een paar studiegenoten zijn journalist bij een krant of tijdschrift geworden, sommigen werken bij een uitgeverij. Velen hebben een eigen bedrijf opgericht, er is een aantal docent geworden, neerlandici werken in de reclamewereld, bij radio en televisie, in de politiek, enz. enz. En wisten jullie dat onze minister-president geschiedenis studeerde, net als presentatrice Eva Jinek? En wat dacht je van filmregisseur Steven Spielberg? Hij studeerde Engels en leerde door het bestuderen van literatuur hoe hij overtuigend verhalen kon vertellen, iets wat J.K. Rowling – de schrijfster van Harry Potter – leerde tijdens haar studies Frans en klassieke talen.
En wat denk je dat de oprichter van het succesvolle Flickr, Stewart Butterfield, studeerde? Informatica misschien? Of economie? Nee! Hij studeerde filosofie en hij zegt dat die studie bij uitstek van pas komt als je een eigen bedrijf wilt beginnen. Omdat je bij filosofie leert bestuderen hoe mensen, culturen en maatschappijen in elkaar zitten en veranderen en dat is een belangrijke basis voor een succesvol bedrijf.
Alfa en bèta vullen elkaar aan
Geesteswetenschappers richten niet alleen zelf succesvolle bedrijven op, ze zijn ook zeer gewild bij grote internationale bedrijven. Google bijvoorbeeld neemt expres veel mensen aan met een geesteswetenschappelijke achtergrond. Want, zo legde een van de bazen uit: bij Google hebben ze voor een goede wisselwerking tussen mensen en computers, naast mensen met puur technologische kennis en vaardigheden net zo goed mensen nodig die kunnen observeren, analyseren en anderen begrijpen. Kortom, bedrijven en de wereld hebben behoefte aan zowel alfa’s als bèta’s. Ze willen mensen die een technische studie gevolgd hebben, maar ook mensen die talen en culturen bestuderen. Of economie.
En daar komt nog iets bij. De wereld verandert snel en de beroepen die jullie, de scholieren van nu, over tien jaar uitoefenen bestaan misschien nog niet eens. Steeds meer technische zaken worden overgenomen door computers. Maar er is een ding dat níet verandert, en dat is wat werkgevers, voor welke baan dan ook, altijd nodig hebben: mensen die leiding kunnen geven, in teams werken, goed met verschillende culturen omgaan, in verschillende talen communiceren, problemen van meerdere kanten te lijf gaan en de mens en de wereld kritisch bekijken, kennis hebben van het heden en het verleden, die situaties snel kunnen beoordelen, origineel zijn en verbeelding hebben. En veel van die gewilde vaardigheden leer je juist in studies als taal- en cultuurstudies, een geesteswetenschappelijke studie dus met daaraan voorafgaand eventueel (!) een C&M profiel.
Kies met je hart!
Dus, beste scholieren, ik begrijp de enorme keuzestress die jullie ervaren en de wens om later een goede baan te vinden. En er is ontzettend veel om uit te kiezen: eerst uit vier profielen als je pas veertien of vijftien bent en na de middelbare school uit talloze studies. Tegen jullie allemaal wil ik zeggen: wees vooral niet bang dat je profielkeuze de rest van je leven bepaalt. Ik ken leerlingen die met een N-profiel uiteindelijk een M-studie kozen en ik ken leerlingen met een M-profiel die na hun middelbare school alsnog besloten wiskunde en scheikunde in te halen, omdat ze toch liever medicijnen wilden studeren. Dat kan allemaal. Kies geen profiel en daarna een studie uit bezorgdheid wat je gaat doen als je klaar bent. De dingen die je ooit moet kunnen voor een specifieke baan, leer je meestal voor het grootste deel pas tijdens die baan, maar vaardigheden als kritisch en oplossingsgericht denken zijn onbetaalbare en overal inzetbare vaardigheden die je (ook) leert in een geesteswetenschappelijke studie en in een breed profiel.
Het is veel beter om een profiel en een studie te kiezen die je echt belangrijk vindt, die bij jouw dromen en talenten past. Dan is het namelijk veel waarschijnlijker dat je het volhoudt, goede cijfers haalt, met plezier studeert en uiteindelijk een baan vindt die je leuk vindt. Ik heb altijd gekozen voor waar mijn hart lag en geniet elke dag van het resultaat daarvan: mijn werk dat bij mij past. Kijk maar hoe ik straal als ik weer een archiefstuk mag bekijken op een mooi kasteel:
Proefstuderen
Durf te kiezen voor wat je leuk vindt, want neem van mij aan: kiezen waar je goed in bent en waar je hart ligt, is altijd de goede keuze. En goede keuzes leiden tot zelfvertrouwen en dat is een van de belangrijkste dingen die je ooit gaan helpen om een goede baan te vinden. Als je nog een profiel moet kiezen of een vervolgstudie: vraag jezelf dan af: waar ben ik goed in en wat vind ik leuk? Het antwoord op die vragen is meestal hetzelfde.
En voor de C&M-ers onder jullie: laat je niet aanpraten dat een CM-profiel opleidt tot nutteloosheid en armoede. Leerlingen met dit profiel komen later in allerlei nuttige sectoren terecht waaronder de politiek, de journalistiek, de kunstsector, het bedrijfsleven en het onderwijs. En mocht je denken: ik zou weleens een dagje Nederlandse taal en cultuur willen studeren, stuur mij dan gerust een berichtje. Alle scholieren, welke profiel je ook gekozen hebt, zijn van harte welkom om een dagje bij ons te komen proef-studeren!