Vandaag ben ik op bezoek bij een lab waar onderzoek gedaan wordt bij muizen. Ondanks dat ze hier ook het dopamine-systeem onderzoeken, gaat het er totaal anders aan toe dan wat ik gewend ben.
Dopamine is belangrijk bij beloningsverwerking. Ik onderzoek hoe dit proces in de hersenen verloopt, door functionele MRI (fMRI) te gebruiken. fMRI is een ongevaarlijke techniek die de activiteit van de hersenen in beeld brengt. Bij deze techniek delen we het brein meestal op in blokjes (voxels) van drie kubieke millimeter.
Invasief
Elke voxel bevat miljoenen, zo niet miljarden neuronen. Je onderzoekt dus niet de neuronen zelf, maar gebiedjes van neuronen. Om de activiteit van neuronen zelf te onderzoeken zijn er andere technieken. Veelal zijn deze technieken invasief, dus kun je geen mensen als proefpersoon inzetten. De muis wordt vaak gebruikt voor dit soort onderzoek.
Heel dun plakje
Vandaag loop ik mee met Willemieke Kouwenhoven, zij is een muisonderzoeker. Een van de dingen die we doen, is door de microscoop kijken naar een heel dun plakje van het brein van een muis. Om te kijken hoe het dopaminesysteem ontwikkelt, zijn bepaalde neuronen groen gekleurd en andere neuronen rood. Ik zie ineens op een hele andere schaal waar ik al jaren aan werk!
Groep
Ook de manier van onderzoek doen is anders. In het onderzoek met mensen werken we met statistische verschillen. Scoort de ene groep bijvoorbeeld statistisch gezien hoger op een vragenlijst dan de andere groep? Of is het brein bij de ene groep statistisch gezien actiever dan bij de andere groep? In het muisonderzoek wordt veel minder met statistiek van groepen gewerkt, maar je ziet individuele verschillen in het brein van de ene en de andere muis door de microscoop. Heel leuk en leerzaam om op zo’n andere manier over hersenontwikkeling na te denken!