Naar de content
Faces of Science
Faces of Science

Omringd door Australische bosbranden

De zichtbare gevolgen van klimaatverandering

Horsley Park Royal Fire Brigade

Face of Science Jidde Jacobi werkt tijdens zijn promotieproject tijdelijk aan de Macquarie University in Sydney, Australië. Daardoor maakt hij de bosbranden die het land teisteren van dichtbij mee.

9 januari 2020

Het begon met een wat mistige dag eind oktober. Mist die rook bleek te zijn. Eerst werd er niet zo moeilijk over gedaan. Bosbranden zijn hier heel normaal en komen ieder jaar wel voor. Vaak brandt er een stuk bos af dat dan binnen een paar jaar weer teruggroeit. Dit jaar zijn de branden echter veel groter dan normaal en komen ze vooral ook eerder in het jaar voor.

Al weken hangt er een oranjegrijze sluier over Sydney heen. Op de achtergrond zie je nog net de Sydney Harbour Bridge.

Jidde Jacobi voor NEMO Kennislink

Inmiddels hangt er al weken een oranjegrijze sluier over Sydney heen, ruik je de geur van barbecue en is de zon overdag oranje en felrood later in de avond. Het zorgt voor een wat ongemakkelijk en apocalyptisch gevoel.

In het nieuws vliegen de catastrophic fire warnings, state of emergencies en _too late too leave_-adviezen ons om de oren. Zoals je in Nederland buienradar gebruikt om te beslissen wanneer je naar buiten wil, zo gebruik ik hier luchtkwaliteitapps om te beslissen of ik de fiets of toch maar de metro pak naar de universiteit. Af en toe kijk ik op de _fires near me_-app om te zien waar het in brand staat. Dat gebied wordt groter en groter.

Sydney zelf is voorlopig nog veilig, maar het populairste nationale park van de stad, de Blue Mountains, staat al lange tijd in brand. Tijdens een normale bosbrand fikt er maar een beperkt stuk bos af, waardoor dieren de tijd en ruimte hebben om weg te komen. Met de grootte van de branden van nu zijn er echter geen veilige plekken meer te vinden en verspreidt het vuur zich te snel voor ze om nog weg te komen.

Evacuatie

Mijn jaar in Australië begon met een grote conferentie in Melbourne, in het zuidoosten van het land. Hier presenteerde ik mijn onderzoek over de invloed van medicatie op de spraak van mensen met de ziekte van Parkinson. Aangezien ik wel wat meer wilde zien van Australië dan alleen de steden, besloot ik om na de conferentie samen met mijn vriendin een roadtrip te maken langs de zuidoostkust van Melbourne naar Sydney. We zagen koala’s, kangaroes, wallabies, haaien, waterdragons en wombats. Australië bleek een soort van Veluwe 2.0. Op dat moment hadden we geen idee dat een aantal plekken waar we waren, zoals het dorp Mallacoota, enkele maanden later wereldnieuws zouden worden.

Van de natuur die wij toen zagen is inmiddels al veel verloren gegaan. Naar schatting zijn – tot nog toe – zo’n miljard dieren omgekomen en enkele soorten sterven wellicht (mede) uit door de branden. Ook Mallacoota, het dorp waar wij een paar maanden geleden nog genoten van een zonsondergang, wordt bedreigd door de branden. Inwoners en toeristen zijn verdreven naar het strand en door de marine geëvacueerd. De impact van deze vuurzee op Australië is kort gezegd enorm en moeilijk te overschatten.

Misschien wel net zo enorm is de frustratie die veel Australiërs voelen als het gaat om de premier Scott Morrison, of zoals ze hem hier noemen: ScoMo. Terwijl wetenschappers wijzen op het bestaan van een duidelijke link tussen de door de mens veroorzaakte opwarming van de aarde en het ontstaan van extreme weersomstandigheden, vindt ScoMo het allemaal wel meevallen. Daarom gaat Australië vrolijk door met het exporteren van steenkool, een van de meest vervuilende fossiele brandstoffen.

Protesten

Tijdens de klimaattop in Madrid, die nota bene plaatsvond terwijl grote gebieden al in brand stonden, was Australië een van de landen die de nieuwe klimaatplannen dwarsboomde. Ook vond ScoMo het aanvankelijk niet nodig om de mannen en vrouwen van de vrijwillige brandweer te compenseren voor hun verlies van inkomen, schudt hij nogal awkard handen van mensen die dat helemaal niet willen, plaatst hij tamelijk gevoelloze filmpjes op zijn persoonlijke Twitter-account en drinkt hij cocktails op Hawaï terwijl zijn land in brand staat en brandweermensen hun leven riskeren voor het behoud van hun dorp en omgeving. Al met al niet het beste voorbeeld van succesvol crisismanagement. Het is dan ook geen wonder dat er regelmatig anti-ScoMo-protesten plaatsvinden in Sydney.

Het is echter makkelijk en verleidelijk om met de beschuldigende vinger naar iets buiten onszelf te wijzen, waar we weinig invloed op hebben. Ook bijvoorbeeld wetenschappers, waar ik er zelf een van ben, doen een flinke bijdrage aan de opwarming van de aarde. Wij vliegen regelmatig de wereld rond voor bezoeken aan buitenlandse universiteiten of internationale conferenties. Langzamerhand begint het besef dat ook hier misschien wat moet veranderen door te dringen bij wetenschappers.

Onze eerste kangoeroes zagen we terwijl we het kustdorpje Mallacoota binnenreden.

Jidde Jacobi voor NEMO Kennislink

Zelf het goede voorbeeld geven?

Zo mogen medewerkers van de RUG niet meer het vliegtuig nemen bij een afstand van vijfhonderd kilometer, heeft een hoogleraar aan de Erasmus Universiteit besloten om helemaal niet meer te vliegen en ontstaan de eerste initiatieven voor bijvoorbeeld duurzame lokale of onlineconferenties. Aan dit laatste zitten nog de nodige haken en ogen, zoals het gemis van het ‘netwerken’, maar wellicht zou een grote internationale conferentie opgesplitst kunnen worden in een paar kleinere (die door een internetverbinding met elkaar in contact staan) of kan besloten worden om zo’n grote conferentie minder vaak te organiseren (zeg één keer in plaats van twee keer in de vier jaar).

Hoe dan ook, de bosbranden hier laten zien dat het tijd is om na te gaan denken over oplossingen. De wetenschap waarschuwt al jaren voor de gevolgen van klimaatverandering. Misschien moeten wetenschappers nu dan ook maar het goede voorbeeld geven?

ReactiesReageer