Naar de content
Faces of Science
Faces of Science

Over mannequins en zeemeerminnen

Pixabay CC0

Het Nederlands kent van oudsher een groot aantal leenwoorden. In tegenstelling tot onze zuidelijke taalburen, die vaak een Nederlandse vertaling van een woord verzinnen, nemen wij vaak woorden uit andere talen op in ons vocabulaire. In sommige gevallen leidt dit tot grappige situaties.

15 augustus 2018

Neem bijvoorbeeld het woord zeemeermin. Als je daar kritisch naar kijkt is het best een vreemd woord. Ze konden duidelijk niet kiezen: is het nou een zee-min of een meer-min, of is het een min in zee of meer? Als je het echter vergelijkt met het Duits, begint er al iets te dagen.

In Duitsland noemen ze een zeemeermin namelijk een Meerjungfrau, een zeemeisje dus. Als je in oude boeken en teksten kijkt naar het gebruik van zeemeermin door de jaren heen, zie je dat het pas een vrij recent woord is. Tot 1900 ongeveer werd het woord ‘meermin’ of ‘meermens’ gebruikt. Ergens in de afgelopen eeuw is het woordje ‘zee’ ervoor geplakt. Het lijkt me duidelijk: ergens in de afgelopen honderd jaar zijn mensen gewoon een beetje in de war geraakt over dat ‘Meer’ en ‘See’ in het Duits, en vergaten ze even dat het Duitse ‘Meer’, gewoon al ‘zee’ betekent. Eigenlijk betekent zeemeermin dus gewoon zee-zee-min.

Manneke

Net zoiets moois gebeurde met het woord ‘mannequin’. Dat woord is overduidelijk een Frans leenwoord. Wat niet veel mensen weten, is dat de Fransen het woord eerst van ons leenden. Op zijn Nederlands uitgesproken is een mannequin natuurlijk een ‘manneke’, oftewel een mannetje. Bijzonder is dat wij dat woord vervolgens weer vrolijk terugleenden, zonder ons te realiseren dat daar al een Nederlands woord voor was. Hetzelfde gebeurde met ‘boulevard’, wat zijn oorsprong kende in het Nederlandse bolwerk, vervolgens in het Frans ook gebruikt werd voor paden op een bolwerk en nu gewoon voor boulevards in het algemeen gebruikt wordt.

Wat ik hier zo leuk aan vind is dat elke taal zo duidelijk imperfect is, er zitten gewoon foutjes of gekkigheden in die duidelijk niet met een bepaalde bedoeling zijn ontstaan. Daaraan zie je dat talen niet voortkomen uit de grammaticalessen en woordentoetsen op school. Talen zijn onderhevig aan veranderingen en veranderen doordat sprekers van een taal die taal anders gebruiken. Ik heb dan ook geen enkel bezwaar op ‘hun hebben’ of ‘groter als mij’, wie weet zeggen we dat over 100 jaar allemaal.

ReactiesReageer