Naar de content
Faces of Science
Faces of Science

Poten thuis: Interviews met seksistische politici

Voor veel vrouwelijke wetenschappers is seksisme nog steeds een dagelijkse realiteit.

12 juni 2015

Seksisme, zowel in de politiek als in de wetenschap, staat momenteel in de spotlights. Begin mei plaatsten Franse journalistes het ingezonden manifest ‘poten thuis’ in de krant Liberatión. In dit manifest riepen ze politici op om hen, na jarenlange constante seksuele intimidatie, in het vervolg met professionele waardigheid te behandelen. In de wetenschap is een vergelijkbaar protest tegen seksisme gaande – zij het op een iets ludiekere wijze. Zo lanceerden vier Leidse hoogleraren de website Athena’s Angels waar zij opkomen voor de belangen van vrouwen in de wetenschap. De website geeft een inkijkje in de dagelijks realiteit, waarin de vrouwelijke onderzoeker nog te vaak wordt aangezien voor secretaresse of ‘partner van.’ En waar, schrikbarend genoeg, vrouwelijke AiOs verzocht worden om hun baby’s te aborteren om hun carrière niet in het gedrang te laten komen. Op vergelijkbare wijze voeren vrouwelijke onderzoekers op Twitter protest tegen de uitspraken van Nobelprijswinnaar Tim Hunt. Hunt stelde dat het samenwerken met vrouwen in een laboratorium lastig is omdat je of verliefd of ze wordt, of zij worden verliefd op jou, en/of ze vaak beginnen te huilen als je ze kritiek geeft. Onder de hashtag #distractinglysexy dienen vrouwelijke wetenschappers hem van repliek.

Interviews met politici
Vrouwelijke wetenschappers die interviews doen met politici treffen misschien nog wel het slechtste van twee werelden. Voor mijn eigen onderzoek naar politieke hervormingen in Latijns Amerika heb ik gedurende de afgelopen vier jaar meer dan 150 interviews afgenomen met vooraanstaande politici in vijf verschillende landen. Over het algemeen was dat een geweldige ervaring waarbij ik van alles meemaakte. Er is niets leuker dan door middel van goed geformuleerde vragen het respect van je respondent te winnen. Helemaal als je als gevolg daarvan bijvoorbeeld een leuke consultancyklus aangeboden krijgt of mee mag op sleeptouw tijdens een verkiezingscampagne. Helaas zat er ook een aantal rotte appels tussen mijn respondenten. Een rondvraag bij enkele vrouwelijke collega’s leert mij dat ik niet de enige ben die in aanraking kwam met seksisme tijdens het afnemen van interviews. Mijn collega’s dragen voorbeelden aan van handtastelijke respondenten die het niet na kunnen laten een hand op je been te leggen, je proberen te zoenen (midden in de Senaat maar liefst) of suggestieve opmerkingen te maken. Eén respondent belde de onderzoekster zelfs op met de mededeling ‘sorry dat ik je vanmiddag negeerde maar ik was jaloers omdat je met die journalist aan het praten was. Zo ben ik nu eenmaal wanneer ik werkelijk lief heb.’

Rapport
Alle issues van vrouwelijke trots en waardigheid daargelaten (want als ik daar over schrijf ben ik, bah, vies woord, een mannen-hatende feminist), zijn mijn collega’s en ik het er over eens dat het zinloos is dergelijke respondenten te interviewen. Mensen suggereren wel eens dat je in zo’n situatie goed gebruik zou moeten maken van je vrouwelijkheid om sappige feitjes te verzamelen. Zo werkt het in de praktijk dus niet. Als wetenschapper probeer je tijdens je interview een bepaalde band met je respondent te creëren die ook wel rapport wordt genoemd. Rapport ontwikkel je door te tonen dat je geïnteresseerd bent in iemands ervaringen en kennis van zaken en door duidelijk te maken dat je je als onderzoeker niet laat leiden door een dubbele agenda of vooringenomenheid. Wanneer het je als onderzoeker niet lukt om dergelijk rapport te creëren, blijft het interview altijd aan de oppervlakte hangen omdat de respondent je niet voldoende vertrouwt om open over zijn of haar ervaringen te vertellen. Logischerwijs is het in dergelijke situaties eigenlijk onmogelijk om nuttige data te verzamelen.

Het probleem met seksistische respondenten is dat ze weigeren je als een volwaardig gesprekspartner te behandelen en dat ze het interview daarmee automatisch al saboteren. Dat kan al vooraf gebeuren. Een van mijn collega’s zag zich genoodzaakt een interview te cancelen toen een respondent voorstelde het interview op vrijdagmiddag bij hem thuis te houden ‘want dan is mijn familie de stad uit en kunnen we gezellig samen whisky drinken’. Met DSK in het achterhoofd ga ik er vanuit dat weinig vrouwen zich in zo’n situatie zouden begeven. Ook zijn seksistische respondenten ster in het geven van non-antwoorden die er voor zorgen dat het rapport ver te zoeken blijft. Tijdens het interview kun je wel proberen jezelf te bewijzen als gelijkwaardig gesprekspartner, maar als je respondent alleen maar wil praten over je mooie ogen of lange benen is het moeilijk om de diepte in te gaan. En een respondent die een interview alleen maar toezegt om ongegeneerd naar die mooie ogen of lange benen te kunnen staren, is over het algemeen niet bereid om over iets anders dan koetjes en kalfjes te praten. Dit soort interviews zijn daarom bij voorbaat al gedoemd om te falen.

Een voorbeeld uit de oude doos: Tijdens de verkiezingen in 2010 wist premier Balkende een spervuur aan vragen stil te leggen door tegen de interviewster te zeggen dat ze zo lief keek.

De toekomst?
Een praktisch obstakel in het afnemen van interviews is dus dat een kleine groep mannelijke respondenten de vrouwelijke onderzoekster nog altijd niet accepteert als een gelijkwaardige gesprekspartner. Het geeft me dan ook goede moed dat bovengenoemde vrouwen, al dan niet anoniem, een vuist maken tegen dergelijke seksistische praktijken. Hopelijk dragen deze initiatieven eraan bij dat de toekomstige generatie wetenschapsters kan zeggen dat haar geslacht daadwerkelijk geen nadelige invloed heeft op de uitoefening van haar beroep!

ReactiesReageer