Internet is één van de pijlers onder veel moderne economieën en kan een weg zijn uit de armoede, volgens de Wereldbank. Afrika heeft echter een grote internetkloof te dichten.
Chatbots die doktersadvies geven, drones die pakketjes bezorgen, robots die ouderen verzorgen: nieuwe technologieën brengen allerlei nuttige toepassingen met zich mee. Maar tegelijkertijd zorgen ze voor angst, variërend van reële zorgen (‘Ben ik straks mijn baan kwijt?’) tot buitensporige doemdenkerij (‘Nemen robots de wereld over?’).
Waar komt die ‘technofobie’ vandaan? Psycholoog Nicole Huijts onderzoekt aan de Universiteit Twente hoe mensen met technologie omgaan. “Als iets onbekend is, hebben we meer oog voor de risico’s die eraan vastzitten. Ook vinden we nieuwe dingen vaak eng, we vertrouwen ze niet”, zegt ze.
Technofobie is dus eigenlijk angst voor het nieuwe en het onbekende. De angst verdwijnt meestal dan ook vanzelf naarmate een technologie ouder en bekender wordt. Ook als er risico’s aan blijven zitten: “Autorijden is nog steeds gevaarlijk, maar daar zijn we aan gewend. Als we meer bewijs hebben voor de grootte van de risico’s, worden we minder bang”, zegt Huijts.
Angst is een slechte raadgever, maar volgens Huijts is het heel nuttig om met enige argwaan naar nieuwe technologieën te kijken. “Van sommige dingen zijn we ons te weinig bewust van de gevaren. Slimme apparaten kunnen bijvoorbeeld gehackt worden. Hackers kunnen je dan afluisteren, of bijvoorbeeld je verwarming heel hoog zetten. We onderschatten de kans dat zoiets gebeurt, en ook de gevolgen ervan. Hier gaan nog maar weinig enge verhalen over rond.”