Naar de content
Faces of Science
Faces of Science

Wetenschappelijke bromance en all you need is love?

Billie de Haas voor NEMO Kennislink

Wanneer we in Nederland aan seksuele voorlichting denken, dan denken we vaak aan die ene gênante biologieles waarin de leraar voordeed hoe je een condoom om moest doen. In andere landen gaat het er heel anders aan toe. Mijn collega Billie de Haas heeft heel interessant onderzoek gedaan in Oeganda naar seksuele voorlichting op scholen.

14 februari 2018

Deze week leerde ik een nieuw woord: academic girl bromance. Een onderzoeker uit Canada beschreef de werk-vriendschap die we in korte tijd ontwikkelden, en zo heb ik er wel meer. Mensen met wie ik zowel goed kan opschieten als die ik wetenschappelijk interessante dingen vind doen.

Op 14 februari is het Valentijnsdag, en heb ik een collega-onderzoeker van de Rijksuniversiteit Groningen, Billie de Haas, gevraagd of ze college komt geven bij de avondseminars in het kader van de ‘Global Health & Tropical Medicine’-cursus die ik op het UMC Utrecht coördineer voor geneeskunde studenten en andere interesseerden (oftewel: ook jij bent welkom!). Het thema van Valentijnsdag is heel toepasselijk ‘seksuele en reproductieve gezondheid en rechten’, en ik weet nog dat ik erg in m’n nopjes was met het toeval dat ik dit thema op Valentijnsdag in kon plannen.

Billie heeft heel interessant onderzoek gedaan in Oeganda naar seksuele voorlichting op scholen. En in deze blog laat ik haar aan het woord:

Op Valentijnsdag geef je een college met de titel ‘all you need is love, and… sexuality education?’ Waarom is seksuele voorlichting zo belangrijk?

Wanneer we in Nederland aan seksuele voorlichting denken, dan denken we vaak aan die ene gênante biologieles waarin de leraar voordeed hoe je een condoom om moest doen. En dat wordt meestal ook als één van de belangrijkste aspecten van seksuele voorlichting gezien: leren hoe je jezelf kunt beschermen tegen ongewenste zwangerschappen en soa’s. Maar eigenlijk is seksuele voorlichting veel meer, het is iets dat al op jonge leeftijd zou moeten beginnen. Bijvoorbeeld, kinderen kunnen al jong leren ‘nee’ zeggen tegen ongewenste aanrakingen en leren dat ze ook ‘nee’ van iemand anders moeten respecteren.

Ook kunnen ze al leren over lichamelijke verschillen tussen jongens en meisjes en waar baby’s vandaan komen, zoals in de Dokter Corrie Show van Schooltv. Het is belangrijk om al op vroege leeftijd over seksualiteit te leren praten, zodat het geen ‘dingetje’ wordt. Zodat je niet ‘het gesprek’ met je ouders hoeft te voeren wanneer je aan de keukentafel meedeelt dat je een vriend of vriendin hebt omdat jullie niet eerder over seks hebben gesproken. In deze filmpjes proberen ouders het gesprek al wat eerder aan te gaan:

.

Seksuele voorlichting gaat niet alleen over de biologische aspecten, zoals menstruatie en zaadlozingen, maar ook over de sociale en emotionele aspecten, zoals het communiceren met je partner over wat je wel en niet wilt, het gebruik van anticonceptie, of het doen van een soa-test aan het begin van je relatie. Seksuele diversiteit, zoals homoseksualiteit, is ook een belangrijk onderdeel van seksuele voorlichting en is sinds 2012 zelfs een kerndoel van het onderwijs in Nederland (voor meer informatie zie deze link)

Wanneer seksuele voorlichting al deze aspecten op een positieve manier behandeld, dan wordt dat in de literatuur ‘comprehensive sexuality education’ genoemd. Dit filmpje legt uit wat dat is:

.

In Nederland erkennen de meeste volwassenen dat jongeren seksueel actief zijn en dat zij informatie en toegang tot anticonceptie nodig hebben om veilige seks te hebben. Nederland heeft mede daardoor relatief één van de laagste aantal tienerzwangerschappen en abortussen, omdat jongeren via de huisarts makkelijk aan de pil komen.

Er zijn echter ook landen waar volwassenen vinden dat jongeren moeten wachten met seks tot aan het huwelijk of in ieder geval tot ze voor de wet volwassen zijn. In deze landen bestaat seksuele voorlichting vaak uit de boodschap dat jongeren ‘geen seks’ moeten hebben en worden ze vaak bang gemaakt met argumenten dat condooms niet betrouwbaar zijn of zelfs dat je onvruchtbaar kunt worden als je de pil gebruikt.

In deze landen is het voor jongeren vaak ook moeilijk om aan anticonceptie te komen, bijvoorbeeld omdat jongeren worden weggestuurd wanneer ze bij een kliniek om anticonceptie vragen of omdat ouders het niet accepteren dat ze dit gebruiken. Er wordt vaak gedacht dat jongeren wel stoppen met het hebben van seks wanneer het ze moeilijk wordt gemaakt om dat op een veilige manier te doen, maar je snapt vast dat het zo niet werkt!

Seksuele voorlichting is dus belangrijk, vooral in gebieden waar jongeren zelf moeilijk aan informatie en anticonceptie komen en waar vaak stereotype ideeën bestaan over mannen en vrouwen. Ook in Nederland heerst er nog vaak het idee dat jongens altijd seks willen of dat meisjes ja bedoelen wanneer ze nee zeggen, de #metoo discussie heeft daar veel over losgemaakt. Het is belangrijk dat tijdens seksuele voorlichting dergelijke thema’s worden besproken zodat seks plezierig is en ongewenste handelingen worden tegengegaan. In dit filmpje leer je meer over de noodzaak van seksuele voorlichting voor jongeren in Zuid- en Oost-Afrika:

.

Je hebt onderzoek gedaan naar hoe middelbare schooldocenten in Oeganda omgaan met seksuele voorlichting, wat viel daarin op?

Vaak wordt gedacht dat docenten in Oeganda niet over seks willen praten vanwege hun culturele en religieuze opvattingen. Dit gold ook voor sommige docenten in mijn onderzoek: ze vonden dat leerlingen niet seksueel actief horen te zijn vanwege hun religie of cultuur of omdat ze denken dat het hebben van (seksuele) relaties de schoolprestaties van leerlingen in de weg zitten.

De Oegandese overheid voert een ‘abstinence-only’ beleid, wat betekent dat op school alleen lesgegeven mag worden over onthouding, het niet hebben van seks. Leerlingen leren bijvoorbeeld strategieën, zoals sporten, bidden of niet te dicht in de buurt te komen van personen tot wie ze zich seksueel aangetrokken voelen, om niet ‘in de verleiding te komen’ van seks. En wanneer jongeren bijvoorbeeld aan het begin van het jaar op kostschool komen wordt hun koffer gecheckt: als er condooms of andere anticonceptie in zitten wordt deze afgepakt. Ook doen veel scholen zwangerschapstesten bij vrouwelijke leerlingen: als ze zwanger blijken, moeten ze van school. Tegelijkertijd zijn jongeren in Oeganda seksueel actief en worden veel meisjes al op vroege leeftijd zwanger. Seksuele voorlichting die wél anticonceptie bespreekt en op een positieve manier over seksualiteit praat is dus belangrijk.

Uit mijn onderzoek bleek dat ondanks cultuur en religie veel docenten wél openstaan om met leerlingen over anticonceptie te spreken. Bijvoorbeeld uit eigen ervaring van toen ze zelf jong waren, vinden ze dat leerlingen deze informatie nodig hebben. Maar het blijkt dat docenten vaak bang zijn voor de reacties van anderen, zoals de schooldirecteur, ouders van leerlingen en leerlingen zelf. Ze zijn bang dat ze als ‘immoreel’ worden gezien omdat ze als docenten hun leerlingen nieuwsgierig maken naar seks door er op een positieve manier over te praten en ze uit te leggen hoe ze dit op een veilige manier kunnen hebben.

In Oeganda hebben docenten minder rechten dan in Nederland, en sommige docenten waren daarom bang dat ze ontslagen worden wanneer ze tegen overheids- en schoolbeleid in met leerlingen over anticonceptie praten. Ik concludeerde daarom dat docenten in Oeganda erg kwetsbaar zijn en dat als we ze willen helpen om open met leerlingen over seksualiteit te praten, er eerst iets op schoolniveau moet veranderen zodat docenten zich ondersteund voelen.

Hoe praten jongeren in Oeganda over seks? En docenten?

Ik heb ook onderzoek onder leerlingen in Oeganda gedaan. Ik merkte dat zij veel gemeen hebben met Nederlandse jongeren wanneer het aankomt op het hebben van romantische en seksuele relaties: ze kennen dezelfde verliefdheden en onzekerheden. Echter, er zijn ook grote verschillen tussen Nederland en Oeganda. Bijvoorbeeld, veel schoolgaande jongeren in Oeganda (niet iedereen in Oeganda kan naar school) hadden weinig geld en het kon daardoor zijn dat zij relaties aangingen met mensen van hun leeftijd of oudere mensen (zogenoemde ‘sugar daddies’ en ‘sugar mommies’) om in hun levensonderhoud te voorzien of schoolgeld te betalen. Vooral in relaties met oudere personen en waar ruil plaatsvindt (zoals seks in ruil voor geld), spelen machtsrelaties een grote rol en is het vaak moeilijk voor jongeren om te zorgen dat er een condoom wordt gebruikt tijdens de seks. Dit vergroot de kans op zwangerschappen, hiv en andere soa’s.

Ook merkte ik hoe de seksuele voorlichtingsboodschappen de gedachtes en handelingen van leerlingen beïnvloedden: leerlingen waren inderdaad bang dat een condoom niet betrouwbaar was of dat ze onvruchtbaar konden raken van de pil. Waarom zouden ze zich de moeite op de hals halen van het kopen van een condoom als deze toch niet werkt? En waarom zouden ze de pil gebruiken als ze daarmee riskeerden dat ze later geen kinderen kunnen krijgen? Ook waren veel jongens bang voor een Oegandese wet die er voor kan zorgen dat je in de gevangenis komt als je seks hebt met een minderjarig meisje. Deze wet was eigenlijk bedoeld om sugar daddies tegen te houden, maar in de praktijk bleek dat deze wet vooral werd gebruikt om relaties tussen minderjarigen te ondermijnen.

Ik kon dus wel merken dat er in relatie tot seks onder Oegandese jongeren meer zorgen waren en dat het hebben van seks voor hen meer en grotere gevolgen kan hebben. Een serie die daar een mooi beeld van geeft is ‘Shuga’. Deze serie gemaakt door MTV speelt zich af in Kenia en laat zien hoe hiv en AIDS een rol spelen in de levens van jongeren

En praten jongeren in Oeganda anders over seks dan Nederlandse jongeren?

Er waren bepaalde uitspraken die mij het idee gaven dat er een grote druk of ‘peer pressure’ onder jongeren was om seks te hebben. Jongens worden bijvoorbeeld een ‘fala’ genoemd (geen echte man) als ze nog maagd zijn. En de uitspraak: ‘Virginity is not dignity but lack of opportunity’ relateert aan weerstand tegen de culturele en religieuze verwachting dat het goed is om maagd te blijven tot het huwelijk. Ook noemden jongeren regelmatig dat zij gedreven werden door hormonen waar ze zelf weinig controle over hadden.

Hoe kan je goed onderzoek doen naar een thema dat mogelijk gevoelig ligt?

Ik deed kwalitatief onderzoek, zoals interviews, groepsdiscussies en lesobservaties. Wanneer je alleen met mensen bent en een veilige omgeving creëert, waarbij ze het gevoel hebben dat alles wat ze zeggen vertrouwelijk behandeld wordt en niemand te weten komt wat ze gezegd hebben, is het is het in mijn ervaring makkelijker om gevoelige thema’s te bespreken. Ik denk dat het ook hielp dat ik uit Nederland kwam: ik was een vreemde en zou weer weggaan. Ze dachten ook vaak dat wij in Nederland heel open over seks zijn, dat heeft ze wellicht ook geholpen om opener tegen mij te zijn.

Nederland heeft de reputatie liberaal en open te zijn op het gebied van seksualiteit. Wat vind je hiervan?

Ik denk dat dit vooral een boodschap is die wij internationaal uitdragen, maar dat er binnen onze bevolking veel verschillende opvattingen zijn. Zo zijn er ook in Nederland veel docenten die zich niet op hun gemak voelen wanneer ze seksuele voorlichting moeten geven. De #metoo discussie en verhalen over homoseksueel-gerelateerd geweld laten ook zien dat er nog veel gewonnen kan worden. Maar ik ben blij dat er op overheidsniveau een ondersteunend klimaat is: jongeren hebben toegang tot seksuele voorlichting en veilige abortussen, we zijn vrij om (seksuele) relaties te hebben met wie we willen, en we kunnen makkelijk aan anticonceptie komen. Ik vind dat een groot goed waar we dankbaar voor moeten zijn, zeker wanneer je beseft hoe de seksualiteit van jongeren en volwassenen in veel andere landen onderdrukt wordt.

Zijn er dingen die Nederland kan leren van Oeganda en andersom?

In Oeganda kan er binnen bepaalde aangelegenheden heel open over seks gesproken worden en dan bedoel ik echt over het plezier van seks, welke standjes lekker zijn, e.d. Sunny Bergman heeft daar in haar documentaireserie ‘The Sunny Side of Sex’ ook een aflevering over gemaakt. Hoewel deze aflevering niet het volledige verhaal vertelt, vind ik het wel mooie inspiratie voor Nederlanders: meer en open praten over de zonnige kant van seks!

ReactiesReageer