Volgens demissionair minister Hugo de Jonge kunnen we onszelf vanaf begin april testen met een coronatest die we kopen in de supermarkt of apotheek. Maar hoe betrouwbaar zijn die testen?
Dat iedereen zichzelf thuis kan testen werd een jaar geleden nog als een ijdele droom beschouwd, omdat zelftesten die viruseiwitten meten toen nog te vaak verkeerde uitslagen gaven. Inmiddels is het gelukt om de techniek te verbeteren en gevoeliger te maken, maar is het genoeg? NEMO Kennislink geeft antwoord op zes vragen.
1. Wat is het voordeel van een zelftest ten opzichte van een bezoek aan de teststraat? ↑
De winst van een zelftest is voor veel mensen vooral tijd. Je hoeft geen afspraak bij de GGD meer te maken, niet meer thuis te blijven tot je getest kan worden en hoeft ook niet een paar uur te wachten op de uitslag. De drempel voor testen wordt lager door de snelheid en ook omdat je niet meer hoeft te reizen.
Daarnaast zijn er natuurlijk ook landelijke voordelen. Zo kun je in theorie veel meer mensen bereiken die normaal niet zo snel naar de teststraat zouden komen, bijvoorbeeld omdat ze een beperking hebben of ver weg wonen. Dit helpt om meer besmettingen te detecteren en verspreiding te voorkomen. Daarnaast zijn er voor deze testen geen professionele zorgmedewerkers nodig, dus dit kan de druk op de zorg wellicht iets verlagen.
2. Hoe betrouwbaar zijn zelftesten inmiddels? ↑
De zelftesten die het afgelopen jaar ontwikkeld zijn, zijn vrijwel allemaal hetzelfde als de antigeensneltesten die we al in teststraten gebruiken. Dit is een andere test dan de PCR-test, die het genetisch materiaal van het virus aantoont. Met de antigeensneltest meet je of er viruseiwitten aanwezig zijn in je neus. “Dit is een betrouwbare meetmethode”, vertelt viroloog Richard Molenkamp van het ErasmusMC. “Het is iets minder gevoelig dan de PCR, omdat het hele lage concentraties virussen minder goed oppikt, maar het grootste deel van besmettelijke personen zal nog steeds goed worden opgepikt.”
Of de zelftesten ook zo betrouwbaar zijn, is lastig te bepalen. Zsófia Iglói, onderzoekster in de groep van Molenkamp, legt uit waarom: “Het ligt er maar net aan hoe iemand het monster bij zichzelf afneemt en aanbrengt op de test. Je hoeft het wattenstaafje niet zo diep in je neus te stoppen als in de teststraat, maar je moet wel genoeg materiaal verzamelen. En als dat niet gebeurt of iemand anders aan het testoppervlak zit kan het zomaar een verkeerde uitslag geven.” Daarom werken onderzoekers vooral nog aan afnamemethodes die zo min mogelijk kansen op fouten geven. “We kijken nu ook naar testen op basis van speeksel, dat zou nog makkelijker zijn”, zegt Iglói.
Daarnaast moet de gebruiksaanwijzing natuurlijk ook simpel en duidelijk zijn. Als dat lukt, verwacht Molenkamp dat de uitslag van de testen bij het overgrote deel van de mensen gewoon zal kloppen: “De betrouwbaarheid ligt uiteindelijk iets lager dan bij een gewone antigeensneltest, maar uit onderzoek blijkt dat het nog steeds wel boven de 90 procent ligt.”
3. Wanneer kun je een zelftest gebruiken? ↑
Met deze zelftesten kun je in principe elke dag controleren of je corona hebt of niet. Met het aanbieden van deze testen, kun je zorgen dat mensen veiliger naar hun werk, school of familie kunnen gaan zonder dat ze bang hoeven te zijn andere mensen te besmetten. De bedoeling zal zijn dat je deze test vooral gebruikt als je geen symptomen hebt, maar wel zeker wilt weten dat je niks verspreidt. Ook zonder symptomen kun je corona onder de leden hebben, en zelftesten kunnen dit soort besmettelijke mensen wellicht makkelijker opsporen.
“Het zou goed zijn als mensen zonder symptomen zichzelf toch kunnen controleren, bijvoorbeeld voor ze naar school of college gaan”, zegt Molenkamp. “Maar deze sneltesten zouden er ook zomaar voor kunnen zorgen dat mensen met symptomen ook niet meer naar de teststraat gaan. Zo’n sneltest is nou eenmaal toegankelijker en kost minder tijd.” Of dit echt gebeurt, is natuurlijk afwachten.
4. Wanneer moet je alsnog naar een teststraat? ↑
Als je coronavirus-achtige klachten hebt is het sowieso goed om gewoon naar de teststraat te gaan. Maar als je jezelf positief test op corona met een zelftest, is het ook goed om dit te laten bevestigen bij een GGD-teststraat. De antigeentest kan namelijk in een paar procent van de gevallen een fout positief resultaat geven. Fout negatief kan ook volgens Molenkamp, maar vooral als de persoon weinig virusdeeltjes aanmaakt: “In zo’n geval is het ook nog de vraag hoe besmettelijk je bent, dus dat risico is relatief laag.”
Naast het risico op een fout positieve test, is het ook voor de monitoring van het virus handig dat we weten hoeveel besmette mensen er zijn en waar ze zitten. “Met de invoering van zelftesten verlies je een deel van de controle”, vertelt Molenkamp. “Je kunt dit wellicht deels opvangen door mensen zelf hun uitslag te laten melden in bijvoorbeeld een app, maar je moet er wel rekening mee houden dat je overzicht gaat verliezen.”
5. Zijn zelftests in andere landen al in gebruik? ↑
De discussie over zelftesten is in veel landen aan de gang, maar vrijwel nergens liggen ze al in de schappen. Duitsland is een uitzondering. Hier lagen op 6 maart voor het eerst zelftesten in de schappen van de Aldi en de Lidl. Dit bleek heel populair: duizenden Duitsers wilden hier gebruik van maken en alle voorraden waren binnen enkele uren helemaal uitverkocht.
In het buitenland zijn wel veel andersoortige initiatieven die bewoners de kans geven om zich thuis te testen, vertelt Iglói: “In Zweden bezorgen taxichauffeurs coronatesten bij mensen aan de deur. Een kwartier later pikken ze de buisjes weer op en leveren ze de testen af bij een laboratorium.” Ook in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk krijgen mensen testkits thuisgestuurd, maar de analyse wordt nog steeds gedaan in een laboratorium. “Een goede manier om meer mensen te bereiken”, zegt Iglói. “Maar het vergt wel een hele logistieke operatie en je ondervangt niet het probleem dat mensen zelf hun test moeten afnemen. Dan is het toch makkelijker als mensen zelf hun test kunnen kopen.”
6. Wie gaat al die testen betalen? ↑
Omdat de zelftesten in eerste instantie vooral bedoeld zijn als aanvulling voor het geval je zelf op pad gaat, zullen ze waarschijnlijk voor eigen kosten zijn. Mochten ze in de toekomst breder ingezet worden, bijvoorbeeld om scholen te openen, dan verwacht Molenkamp in ieder geval dat de overheid wel mee zal betalen: “Dan dient het echt een groot maatschappelijk belang. Daarbuiten is het toch vaak een persoonlijke beslissing, en dus ook je eigen verantwoordelijkheid.”